woensdag 14 februari 2018

De doopsgezinde vuilnisman

Gehoord had Boris er weleens van, maar er niet bij stilgestaan dat dopen je reinigt van zonden. Het zware werk bij de vuilnisophaaldienst namen de meeste tijd in van zijn leventje. Sinds die jaren had een vrouw intrek genomen in zijn huishouden en waren er twee dochtertjes geboren. Om hen een zorgeloos bestaan te geven was hij sinds twee jaar tot manager van de SITA opgeklommen. Geen slecht verdienend beroep. Vrouw Katja had een vrolijk karakter en stond overal voor open, bovendien had ze doorzettingsvermogen om zaken te volbrengen, wat hij vaak links liet liggen. Hiermee was de opvoeding van dochters Chantal en Sara in goede handen. Slechts op één punt hadden Katja en hij een meningsverschil. Wanneer Boris op zondagochtend naar de viering in de Bonifatiuskerk ging, wilde zij absoluut niet mee.

Van jongsafaan hadden zijn ouders hem meegenomen naar kerkdiensten. Zijn ouders konden net rondkomen in hun armzalige leventje en dus was het bidden voor een beter leven en de preek van de dominee belangrijk. Toen hij het ouderlijk huis verliet had hij zelf zijn geliefde kerk gevonden. Daar was Katja niet mee opgegroeid, zij las veel liever boeken over het christelijke geloof i.p.v. iedere zondag met hem mee te gaan. Het was haar kijk op het geloof! Chantal en Sara stonden gelukkig wel open en hadden al een dienst beleefd, ondanks dat ze nog weinig begrepen wat de dominee de kerkgangers toesprak.

Toch ging er a.s. zondag voor Boris een nieuwe wereld voor hem open. Christus zou hem een nieuw leven geven. Hij kende bijna de hele Bijbel uit zijn hoofd, bij Mattheus 28 vers 19 en Handelingen 2 vers 38 had hem genoeg inspiratie geven om zich te laten dopen. Een twijfel om de handeling niet te verrichten was er niet meer. Het recht dat alleen de Mensenzoon had om op te stijgen naar de hemel uit Johannes 3 vers 13 gaf duidelijk aan dat God er de hand in had. Gezien Boris de zondagse dienst als heilig beschouwde en zich nog niet eerder had laten dopen moest het er een van komen. Niet alleen maar bidden om alle oneerlijke en vervelende momenten, maar jezelf over te geven als kind van God en opnieuw herboren te worden. In Galaten 3 vers 26 werd het duidelijk bevestigd. Katja wilde ook hier geen enkel belang te zien waarom haar echtgenoot ondergedompeld moet worden in doopwater. Schrijvers als Tim Keller en Wilkin van der Kamp hadden genoeg boeken geschreven, die ze per se allemaal wilde lezen.

Werkelijk niets zou de dopelingen een volwaardig nieuw leven in de weg staan. Dochters Chantal en Sara waren wel benieuwd hoe pappa werd herboren na het onderdompelen in het badwater.

In tegenstelling tot het grote banket met koffie/theetafel dat door velen vrijwilligers werd voorbereid, hadden de degenen die de dopelingen begeleiden in hun val wel ervaring met kerkelijk werk. De scheiding tussen de dagelijkse realiteit en herboren worden in de doopdienst moest eens en voor altijd duidelijk worden. Later zou Katja na haar eindeloze leesdrift er wel achter komen dat je christelijke identiteit juist in kerkdiensten werd gevormd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten