Bij aankomst op het vliegveld van Mumbai stond de Indische reisleider,
die hen zou bijstaan op de korte vakantietrip, klaar met de open jeep. De
terreinbanden en carrosserie zonder dak zouden haar hopelijk niet laten
verbranden in dit hete klimaat. Verkeerd gedacht! Na het verlaten van het
vliegveld en het passeren van de wereldstad begon de jeep dusdanig te schuiven
over de weg, dat uit slecht asfalt met diepe gaten bestond. Zoals ze al voor
het instappen had gezien, keek de reisleider angstig uit zijn ogen, zo had zij
haar bedenken gelet op de rijstijl van de man. Ondanks haar bedenkingen leek de
waarheid om bijna van de weg te geraken nog net niet uit te komen. Bovendien
voelde ze zich beroerd, de hoogteziekte was kennelijk toch begonnen. Op het
moment dat ze aan de reisleider wilde vragen om de jeep te laten stoppen, om
haar braaksel uit te kotsen, toen ze het eindpunt van het jeeptochtje hadden
bereikt. Ze werd bang, want er was geen enkel licht in de omgeving en de angst
om te gaan lopen wilde ze vooral niet alleen doen. Als christen had ze genoeg
de Bijbel bestudeerd om dat ene vers te herinneren: „U woord is een licht voor mijn voeten en lamp op mijn pad.” In het
pikkedonker gaf alleen de zaklantaarn een miezerig schijnsel op het
wandelpaadje waarover ze de reisleider moest volgen.
Na ongeveer vier kilometer door het duister kwamen ze bij de
slaaptentjes aan de rand van het gebergte. Pas de volgende dag besefte ze dat
het weggetje terug naar de jeep langs diepe ravijnen liep, en de reisleider hen
in een risicovolle onderneming had geleidt. Het ritje naar het dorpje bereikte
ze vroeg in de middag en na het kennismaken met de dorpsbewoners, besloot ze
zich terug te trekken op haar nette kamertje in het gastenverblijf. Ze moest
per se bidden dat God haar bij zou staan een gezegende vakantietrip zou geven.
Maar bovenal had ze een prangende vraag na wat ze gisteravond in de jeep ha d
ervaren. „Vindt U mij een
aandachtstrekker” vroeg ze met hardop met gesloten handen. Het antwoord
liet niet lang op zich wachten. „Ja, want
zo ben je gemaakt!” Nog verbaasd had ze nu tenminste de zekerheid met een
gerust hart de vakantietrip voort te zetten. Ze voelde zich gereinigd in een
warm bad en bijgestaan door een engeltje die haar de juiste weghad gewezen. Ze
wilde na deze openbaring van God haar licht verspreiden onder haar reisgenoten
en vooral naar de weeskinderen toe. En niet te vergeten, het laatste groepje
had recht op voldoende aandacht van het Nederlandse kerkgroepje.
woensdag 7 februari 2018
De aandachttrekker in India
Voor Erica was het een uitstapje of liever nog een korte vakantietrip.
Met het kerkgroepje van zeven man ging ze naar India om een dorpje met
weeskinderen te bezoeken. En niet te vergeten een stukje van het Himalaya
gebergte beklimmen. Dat ze daarbij leed aan hoogteziekte kon haar weinig
schelen. Dit moest ze maar overwinnen. In het vliegtuig baden ze als groepje
dat de weeskinderen in het nieuwe tehuis beter konden wonen en dat mocht een
goede stap betekenen in een ontwikkelingsland. D eerste overnachting na aankomst
op het vliegveld zou nog niet in het dorpje zijn, ergens meer afgelegen niet
van het Himalaya gebergte. Ze had van tevoren, in Nederland, een vreemde
slaapplaats gevonden, India had velen afgelegen dorpjes, waarom moesten ze per
se bij dat Reuzengebergte in aftandse hutjes slapen? Toch had ze er mee
ingestemd, een beetje avontuur beleven was haar niet vreemd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten